De kracht van inkrimpen

Jezus zei: ‘Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten voortbrengt.’ (Johannes 15:2)

Afgelopen week liep ik met een snoeischaar en een boomzaag door onze nieuwe tuin. Het zou een droge dag worden en dus wilde ik snoeien. Achter in de tuin staan twee peren- en één appelboom. De bomen waren lang niet gesnoeid en takken staken kris kras door elkaar heen. Van een oude fruitteler in de Alblasserwaard weet ik dat een fruitboom pas goed gesnoeid is als je je pet omhoog gooit en de pet niet aan een tak blijft haken maar op de grond valt...

Als Jezus spreekt over het snoeien van een wijnstok, dan maakt Hij gebruik van een herkenbaar beeld voor de mensen om hen heen. Iedereen weet dat wanneer je een druif niet goed snoeit belangrijke energie voor de druiventrossen verloren gaat aan de bladeren. Geloof, zegt Jezus, heeft iets hiervan weg. Een ongesnoeide rank verliest zijn kracht voor de vruchten aan de bladeren.

Zondag vieren we samen het avondmaal. De viering van het brood en de opbrengst van de wijstok, druivensap. Voor een ieder van ons is dit een moment om na te denken over deze woorden van Jezus. Hoe staat jouw leven ervoor? Wat betekent het snoeien voor jou? Zijn er dingen in je leven, die eigenlijk gesnoeid moeten worden, zodat je meer vrucht zal dragen? Wat zou dat zijn?

Lees ter voorbereiding Johannes 15:1-17 en vraag je eens af (en bespreek) hoe deze gelijkenis je geloofsleven kan verrijken? Hoe ziet dat er dan uit?

ds. Hans Vel Tromp

 

03-02-2023