Elke dag kwamen ze trouw en eensgezind samen in de tempel, braken het brood bij elkaar thuis en gebruikten hun maaltijden in een geest van eenvoud en vol vreugde. Ze loofden God en stonden in de gunst bij het hele volk. (Handelingen 2:46-47a)
Als gemeente komen we wekelijks samen in het Ichthus. Omdat we als kerk “zichtbaar” willen zijn, ontstond er het inititief “Hart voor de Wijk”. Een initiatief waarbij we als gemeente van betekenis willen zijn voor mensen rondom de school. Nu weet ik niet hoe u of jij naar dit initiatief kijkt, maar bij mij schuurt er iets. Kennen de mensen in de wijk onze gemeente als een bron van licht, waar je levend water vindt?
Natuurlijk kun je nooit de ene situatie één op één toepassen op een andere situatie, maar toch… Toch kijken we naar het principe áchter de woorden van Handelingen 2. Als eerste is Gods Geest daar krachtig aan het werk in de gelovigen. Tot op zekere hoogte kun je het ook omdraaien: de gelovigen stonden open voor wat de Geest hun ingaf. Zij lieten zich gebruiken om het evangelie zichtbaar te maken.
Roept dit een verlangen bij je op? In hoeverre is er ruimte in je hart voor mensen in de wijk rondom het Ichthus (of mensen in je eigen buurtgroep)? Zondag mogen we - in navolging van de eerste gemeente - samen het evangelie verkondigen en het brood breken. Bereid je biddend voor op de dienst van zondag en de viering van het avondmaal. Mag de Geest van God krachtig werkzaam zijn in je leven? Hoe ziet je verlangen er dan uit?
ds. Hans Vel Tromp