Ik kan niets doen uit Mijzelf: Ik oordeel naar wat Ik hoor, en Mijn oordeel is rechtvaardig omdat Ik mij niet richt op wat Ik zelf wil, maar op de wil van Hem die Mij gezonden heeft. (Johannes 5:30)
Op meerdere plekken in de evangeliën lezen we over Jezus hoe Hij gericht is op de wil van Zijn Vader. Van tijd tot tijd trekt Hij zich terug om in rust en stilte te bidden. Bidden is strijden, wordt weleens gezegd. Dát is een bidden waarin we God niet om allerlei gunsten vragen - dan staan wij en niet God in het middelpunt - maar soms een woordeloos gebed (sla Romeinen 8:26 er eens op na). God is wel bij ons aanwezig, maar zijn wij in onze gebeden wel bij God aanwezig? Bidden is ook wachten. Wachten op Gods stem.
Maar soms zie je Jezus ook op een andere manier de wil van God doen. Namelijk door om te zien naar mensen, door er te zijn. In Zijn leven zien we dus die twee hoofdregels van de wet handen en voeten te krijgen. Zondag lezen we Johannes 5:17-30. Jezus antwoordt op scherpe kritiek over Zijn optreden omdat Hij de wil van de Vader doet. Hoe kijk jij naar Jezus? Roept zijn luisteren een verlangen bij je op? Ben je bereid om Zijn weg te gaan, ook als het je kritiek van anderen gaat opleveren? Hoe zou dat passen in je geloofsleven?
Tip: lees heel Johannes 5, zodat je aan kunt voelen waar het Jezus om gaat.
ds. Hans Vel Tromp